7 weekjes jong

 

Afgelopen vrijdag waren Callaghan en Cranston 7 weekjes jong. Wat gaat die tijd toch snel!

De week ervoor waren ze al gechipt, is er DNA afgenomen en de dag erna zijn ze geënt. Dit ging allemaal zeer voorspoedig en zonder ook maar één piepje. Ook het autorijden ging prima. Dit hadden we natuurlijk al langzaam opgebouwd en vaker gedaan maar nog geen rit van 20 minuten. Gelukkig geen probleem.

Ze groeien goed, ze gaan min of meer gelijk op met de tabellen die ik nog heb liggen van mijn vorige nesten. Ze eten in hoofdzaak eendagskuikens, sprotjes en allerlei soorten gemalen vlees met groenten, vlierbesjes en zeewier. Intussen is Callaghan bijna net zo groot als Cranston en vorige week was het gewichtsverschil maar 450 gram. Callaghan woog 5,65 kilo en Cranston 6,10. Dik zijn ze zeker niet, het zou van mij wel ietsje meer mogen zijn maar ze schijnen genoeg te krijgen anders zouden ze wel meer willen eten. En het is eigenlijk ook wel beter dat ze niet te hard groeien, laten ze maar rustig aan doen.

Hun favoriete plekje in huis is wel de grote mand waar meestal Brandir in ligt. Hij kijkt dan ook iedere keer heel beteuterd als het tweetal weer zijn bed heeft ingenomen. Arme opa Brandir!

Zindelijk zijn ze voor 99,99 %. Het is maar hoogst zelden dat er nog een plasje in huis wordt gedaan. En doordat wij consequent direct hun uitwerpselen achter hun kont opruimen, zijn het ook geen poepvreters geworden.

 

Spannende momenten hebben we ook al met ze gehad. Twee weken geleden lag Callaghan zeer geïnteresseerd naar iets te kijken wat vlak voor zijn neus liep. Toen ik ging kijken bleken het vier processierupsen te zijn! Ik schrok me dood en griste Callaghan van het bedje af. Gelukkig bleek dat hij er niet aan had gesnuffeld want hij vertoonde hierna geen vreemd gedrag dat daar op kon wijzen. Ik heb wel gelijk de hoes van het bedje in de was gedaan en de omgeving afgespeurd op rupsen. Later die middag vonden we nog twee rupsen op het gras. Dood eng! Maar ja, er staan bij ons wel een kleine twintig eiken waarvan vele enorm groot en dus met onbereikbare rupsennesten. Het is niet te voorkomen.

 

Vision begint een beetje met ze te spelen maar laat dat eigenlijk liever over aan Cearrean. Wel ligt ze regelmatig gezellig met haar zonen op een bedje en je ziet dat Callaghan en Cranston hier echt ven genieten. De mannen mogen nog heel af een toe een beetje bij haar drinken maar ik denk dat het minimaal is wat er uitkomt want ze zijn er gauw mee klaar.

 

 

Beide pups beginnen hun oortjes al goed te dragen, de vouw zit erin en af en toe kunnen ze al naar voren klappen. Ook zijn ze bij beide hoog aangezet. Cranston zal zeer waarschijnlijk hele donkere ogen krijgen, Callaghan daarentegen zal de oogkleur van zijn moeder krijgen; vrij licht. Dit was al vrij snel te zien daar hij zeer licht blauwe ogen had terwijl die van Cranston ettelijke tinten donkerder waren. Ook nu is het verschil duidelijk.

 

Netjes aan de riem lopen is ook geen probleem. Ze zijn al mee geweest naar het winkelcentrum, het hondenlosloopbos (waar we helaas geen enkele vreemde hond tegen kwamen) en naar de paarden die bij ons in de buurt staan. Om hier te komen moeten we langs een stel vreselijke blafhonden en dit was natuurlijk doodeng. Ook de paarden vonden ze nog niet echt leuk. Het was dus een stressvol wandelingetje maar eenmaal thuis zorgde de tent ervoor dat alles weer snel was vergeten.

Morgen gaat Cranston onder het mes. Hij heeft een lichte bovenvoorbeet en zijn onderhoektandjes prikken in zijn gehemelte. Dezen worden er dus uitgehaald zodat de onderkaak vrij spel krijgt om door te groeien. Ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt.

 

 

 

Comments are closed.

Archieven